“Mam, kun je even naar beneden komen?”
“Waarom?”
“Gewoon.”
“Pap, meekomen.”
“Maar de finish dan?”
“Als we een foto gaan maken wil ik mijn blauwe jurk liever aan.”
“Hoe lang gaat dit duren? Ik wil de finish zien.”
“Kom nu maar gewoon mee. Dit is beter.”
“Hoe lang duurt het?”
“Minder lang als je sneller loopt.”
“Had ik mijn blauwe jurk aan moeten doen?”
“Nee hoor, dat is nergens voor nodig. Kom nu maar gewoon mee.”
“Waarom gaan we hierheen?”
“Wat doet je broer hier?”
“Zij heeft ook een blauwe jurk aan. Zie je wel dat ik mijn blauwe jurk aan had moeten doen?”
“Ik denk dat je die kant op moet.”
“Waar komt die muziek vandaan?”
“Wat doe jij hier!?”
“Was Australië toch niets?”
“Hoe lang blijf je?”
“Ik heb mijn ticket 6 maanden geleden gekocht.”
“Wij wisten dit dus al 6 maanden!”
“Maar we gaan dus geen foto maken?”
“Ik denk dat we nog op tijd zijn voor de finish.”
“Ik zei toch dat je je blauwe jurk niet aan hoefde.”
Iedere dag maak ik een foto van iets wat mij blij maakt en iedere week schrijf ik over 1 geluksmoment die week. Wil je meer lezen wat ik schrijf? Dat kan hier!