Het gevoel dat ik iets heb bijgedragen aan de levens van de mensen die ik gesproken heb. De bedankjes die ik bij voorbaat krijg. De blije stem wanneer je iemand na 2 maanden kan opbellen om te zeggen dat je een vrijwilliger hebt gevonden. Het compliment door mijn omgang met mijn maatje. De vraag of ik samen met een collega bijeenkomsten voor jongeren wil gaan organiseren. De collega’s die blij zijn wanneer je vertelt dat je een dag extra komt de week erna. De hoofdpijn na een dag werken. De krant lezen met het geroezemoes van collega’s om je heen tijdens je pauze.
En mijn vriend die zegt dat ik een vechter ben dat, ondanks alle afwijzingen, ik mezelf zo blijf inzetten voor mijn vrijwilligerswerk.
Toen mijn contract afliep had ik heust wel bedacht dat het niet prettig ging worden, maar dat het niet meer werken zoveel impact kon hebben op mijn leven had ik niet voorzien. Tegenwoordig denk ik liever aan de positieve zaken die het mij heeft gebracht, maar dat ik door een diep dal ben gegaan in de weken voor en na de beëindiging van mijn baan kan iedereen in mijn omgeving bevestigen. Gevoelens van woede, onmacht, kwaliteitloos, nutteloos en waardeloos zijn waren in grote hoeveelheid aanwezig en werden ook zeer zeker geventileerd. Sorry vriendje!
Na een maand of 3 ben ik de dingen gaan doen waar ik al jaren van riep dat ik deze wilde gaan doen. Naast mediteren, hardlopen en salsa dansen hoorde hier het doen van vrijwilligerswerk bij. Toen heb ik me aangemeld als maatje bij de Vriendendienst Breda en hierna ben ik ook nog aan de slag gegaan als informele consulent bij het Steunpunt Informele zorg in Breda.