Nou niet dus.
Want ik laat mezelf makkelijk in een hoekje wegzetten. Of ik maak uitstekend gebruik van mijn kwaliteit, waardoor dit een enorme valkuil wordt en ik volledig op ga in de achtergrond en onzichtbaar ben – wat natuurlijk voor een Superheld of fotograaf een enorm handige eigenschap is, maar voor een projectleider of elke andere uitvoerende functie niet zo -.
Terwijl, en dat is zo enorm vervelend voor mijn hoofd, in gesprekken met mensen over hun plannen om de wereld, hun carrière of eigen leven te veranderen, ben ik zeker en word ik hier zo blij van. Omdat ik deze mensen verder help. Dan ben ik zo zeker van mijn zaak dat ze niet om mij heen kunnen. En laat ik de ander ook geen moment van de focus afdwalen.
Terwijl ik echt wel dingen heb te delen met de wereld.
Terwijl ik goede ideeën heb.
Terwijl ik weet wat ik kan.
Terwijl ik weet dat ik iets bijdraag aan de levens van de mensen met en voor wie ik werk.
Laat ik toch mezelf wegcijferen en verdwijn ik.
Ik voel me niet fijn op het moment dat dit gebeurt, want ik wil dat andere mensen zien welke waarde ik in de wereld (of hun leven) breng. Dat ik niet onzichtbaar ben. Dat ik geen grijs muisje ben. Ik wil dat andere mensen niet om mij heen kunnen, omdat ze moeten horen wat ik te zeggen heb.
De truc is om mijzelf niet mee te laten sleuren door de onzekere gevoelens in mij. Maar dat is echt te makkelijk gezegd en voelt als een onmogelijke actie om te doen. Wat ik wel weet, is dat ik graag leer hoe ik hier wel mee om wil gaan. Dus ga ik het aan. En laat ik de emoties van frustratie, boosheid, verdriet, onzekerheid en irritatie binnenin mij razen. Terwijl ik de wereld laat zien wie ik ben en dat ze niet om mij heen kunnen.